Nadat het Grondwettelijk Hof de 15-jarige garantie op een (virtueel) terugdraaiende teller voor PV-eigenaars vernietigde, kreeg de sector een flinke dreun te verwerken. Sinds september zijn er echter opnieuw hoopgevende signalen. Met de hoge energieprijzen zoeken consumenten naar manieren om hun energiefactuur te verlagen. Daardoor is er opnieuw meer interesse in zonnepanelen.
De garantie op 15 jaar terugdraaiende teller vormde voor veel gezinnen een grote motivatie om vorig jaar zonnepanelen te laten plaatsen. Daardoor werd 2020 een absoluut topjaar voor de PV-sector. Op vlak van vermogen hield het record van 829 MW uit 2011 wel stand (tegenover 701 MW in 2020), maar in 2020 werden wel 152.587 nieuw geplaatste installaties geplaatst (tegenover 83.627 in 2011). Dat er in 2021 geen nieuwe records gevestigd zouden worden was voorspelbaar, maar door het arrest van het Grondwettelijk Hof waarmee de garantie op terugdraaiende teller werd vernietigd, ging de sector door een diep dal. Vooral de plaatsing van niet-particuliere installaties zorgde ervoor dat de sector niet volledig stilviel.
Maar ondertussen is er licht aan het einde van de tunnel. Gedreven door de hoge energieprijzen, neemt ook de interesse in PV opnieuw toe. Zelfs zonder terugdraaiende teller is PV ook vrijwel altijd een rendabele investering, maar het debacle leidde tot een vertrouwensbreuk. De premie voor zonnepanelen en de hoge energieprijzen maken de investering in zonnepanelen extra interessant. Niet alleen zal een kWh elektriciteit die je niet van het net hoeft af te nemen leiden tot een hogere financiële besparing.
Ook voor een kWh zonnestroom die je zelf op het net injecteert, zal je gemiddeld een hogere vergoeding krijgen. Die prijzen lopen ondertussen op tot 13 of zelfs 14 eurocent per kWh bij variabele tarieven en tot meer dan 9 eurocent voor contracten met een vaste prijs. Die vergoeding ligt nu steeds vaker hoger dan de totale kostprijs om een kWh zonnestroom te produceren, waardoor zelfs een PV-installatie zonder zelfconsumptie met de huidige prijzen rendabel is. Grosso modo kan men stellen dat de reële productiekost van zonnestroom met een residentiële installatie niet boven de 6 eurocent per kWh uitkomt. Het is uiteraard moeilijk te voorspellen of die hoge elektriciteitsprijzen en injectievergoedingen de komende maanden en jaren aan zullen houden, maar de kans dat de marktprijs ooit weer onder de 6 eurocent duikt wordt weinig waarschijnlijk geacht. Het lijkt wel dus opnieuw een goed moment om over te gaan tot de plaatsing van zonnepanelen.
(Bron: Energiejournaal.be)