Afgelopen vrijdag keurde de Vlaamse regering een ontwerpbesluit goed voor het aanpassen van de vergunningsprocedure voor nieuwe windturbines. Het is de bedoeling dat de Vlaamse Overheid die vergunningsaanvragen zelf zal behandelen. Nu worden de vergunningen door de provincies behandeld, en buigt de Vlaamse Overheid zich over eventuele beroepen. Door alle vergunningsaanvragen meteen zelf te behandelen, wil de regering tegemoetkomen aan de vraag van de sector naar snellere procedures.
Binnen de windenergiesector is de frustratie al lang groot over de erg lange procedures voor de vergunning van nieuwe windturbines. Windprojecten die aan alle wettelijke voorwaarden voldoen, kunnen soms jaren vertraging oplopen door trage vergunningsprocedures, waarbij de beroepsmogelijkheden soms onuitputtelijk lijken. Dat een project grondig en correct beoordeeld moet worden, trekt uiteraard niemand in twijfel. Nu ontstaat echter soms de indruk dat tegenstanders van windprojecten de beroepsmogelijkheden vooral gebruiken als een manier om projecten te vertragen. De lange en moeizame procedures worden als een van de belangrijkste oorzaken gezien voor de trage ontwikkeling van het onshore windpark in Vlaanderen.
Tot nu toe werden de vergunningsaanvragen in de meeste gevallen (tot en met 4 windturbines en buiten de Vlaamse havens) in eerste aanleg door de provincies behandeld. In het verleden werd er zelfs gesproken over een behandeling van die vergunningsaanvragen door de gemeenten. Dat laatste dreigde echter om twee redenen een probleem te vormen. Ten eerste is het voor gemeenten niet evident om de nodige expertise in huis te halen die nodig is om zo’n vergunningsdossier technisch te beoordelen. Daarnaast zit de lokale politiek in een aantal gevallen misschien wat te dicht bij dit soort projecten. Tegen vrijwel elke windturbine is er wel een bepaalde weerstand, en het is maar zeer de vraag of het college van Burgemeester en Schepenen wel het geschikte orgaan is om een vergunningsaanvraag dan objectief te beoordelen.
Maar nu overweegt Vlaanderen de omgekeerde beweging: het wil zelf in eerste aanleg de vergunningsaanvragen voor windturbines (vanaf 1,5 MW) gaan behandelen. Op die manier zouden de aanvragen overal in Vlaanderen op eenzelfde manier behandeld kunnen worden. Ook is het voor Vlaanderen makkelijker en efficiënter om de benodigde expertise te verzamelen. Zo worden ook opeenvolgende beroepsprocedures door onder meer fouten bij de behandeling van het dossier vermeden, zo meent men. Al hoeft een fout niet vooraf te worden aangetoond om beroep te kunnen aantekenen, dus is het maar de vraag of dit enig effect zou hebben. Bovendien heeft de bevoegde minister de voorbije jaren al enkele windprojecten in beroep afgekeurd zonder – volgens de sector – erg zwaarwegende redenen. Het is dus maar de vraag of er nu meer dan wel minder projecten zullen worden goedgekeurd…
(Bron: Energiejournaal.be)