Een van de wetten die de klimaatambities van de EU gaan vormgeven is deze over de CO2-grensheffing. In juni zou er een voorstel van deze wet op tafel moeten liggen. Vooral de uitwerking en methodiek achter het mechanisme zal sterk onder de loupe genomen moeten worden.
De invoer van de CO2-grensheffing kadert binnen de ambitie van de EU om in 2050 klimaatneutraal te worden en dus de netto-uitstoot van broeikasgassen te reduceren tot nul. Het spreekt voor zich dat dit een verstoring in concurrentie kan teweeg brengen tussen de Europese bedrijven en bedrijven buiten de EU. Klimaatneutraal worden tegen 2050 kan het Europese bedrijfsleven veel geld kosten, maar de verstoring in concurrentie wordt enigszins ingeperkt door de heffing die bedrijven buiten de EU moeten betalen over de boeikasgassen bij export naar de EU.
De kans dat de heffing er komt is groot volgens Bas Eickhout van het Nederlandse GroenLinks en de vicevoorzitter van de milieucommissie van het Europarlement. Wel zal de grensheffing door zijn protectionistische karakter afgetoetst moeten worden aan de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om spanning te vermijden. Alsook moet de uitwerking en methodiek nog uitgezocht worden, waarbij gekeken moet worden naar de sectoren waar de heffing betrekking op heeft, of de invoer al dan niet gefaseerd moet lopen en op welke producten en op welke landen de heffing kan toegepast worden. De heffing bepalen voor producten met een gemengde samenstelling is moeilijker dan voor bijvoorbeeld cement. In bepaalde landen zoals China wordt een andere koers naar klimaatneutraliteit gevolgd, waardoor de vraag gesteld kan worden of China vergelijkbare eisen moet opleggen aan zijn bedrijven.
Ten slotte is de koppeling aan het emissiehandelsysteem van de EU een moeilijke kwestie. De kans zit erin dat gratis emissierechten zullen worden ingetrokken bij de invoering van de CO2-heffing.
(Bron: Energiejournaal.be)